WOUTER BERNS
BIO
Kunstschilder Wouter Berns (1970) kijkt net even anders naar de dingen dan anderen. Zijn scherpe opmerkingsvermogen vertaalt hij naar zijn schilderijen. Scheppingsdrang, perfectionisme en een warme neiging tot relativeren sturen zijn penseel tot werk dat mensen in toenemende mate aan het denken mag zetten. Al zo’n 30 jaar bouwt hij aan een even boeiend als persoonlijk oeuvre. De ontwikkeling en verdieping in zowel Berns’ persoonlijkheid als zijn werk – ze zijn nauwelijks te scheiden – is even geleidelijk als onmiskenbaar. Onder de jeugdige oppervlakte van humor en verwondering die zijn werk lang heeft gekenmerkt, wordt steeds beter de klassieke, gelaagde en bezeten vakman zichtbaar.
De schilderijen van story painter Wouter Berns nemen de kijker op subtiele wijze mee naar een soms onvoorstelbare, maar meestal niet onmogelijke wereld. De geschilderde waarheid ligt ergens in het midden. Zijn onderwerpen haalt hij overal vandaan: uit literatuur, mythologie, wereldreligies, muziek en film. Zijn nieuwsgierigheid naar mensen, hoe ze zich verhouden tot de wereld en tot elkaar, klinkt overal in zijn werk door.
Door de manier waarop Berns zijn verhalen schildert en er over kan vertellen, wordt hij regelmatig gevraagd voor lezingen en masterclasses. Hij exposeert sinds 1991 in galeries en musea door heel Nederland en ook in het buitenland. Ook ontvangt hij veel opdrachten; een bedrijfsmissie, een portret of een herinnering verwerkt hij tot een karakteristiek, eigentijds schilderij. Hij wisselt wonen en werken in Kampen af met werken en wonen in de Franse Ardennen.
Steeds vaker kruipt Wouter Berns tussen het schilderen door achter zijn laptop en schrijft verder waar zijn schilderijen ophouden. Net als in zijn schilderijen creëert hij in zijn verhalen een eigen wereld. Zijn fantasie, gedachten en onderzoek worden echter nu eens niet in verf gevangen, maar in woorden gegoten. Als een beschouwer, vrij associërend en met een sterke verbeeldingskracht. In 2020 verscheen zijn debuutroman ‘Een hemel voor Theo’.
Berns is gevestigd in Kampen, de stad waar hij in 1992 afstudeerde aan de kunstacademie. Sinds 2020 beheert hij samen met zijn partner Marieken Westerink Galerie Tripmaker, een kunstgalerie voor verhalende figuratieve kunst in de winkelstraat van Kampen. De kerncollectie bestaat uit werken van zijn hand.
Wouter Berns has a compulsion to be constantly creative. A creative urge, perfectionism, and an inclination to make arresting comparisons guide Berns’s brush to create pictures that increasingly make people stop and think. For almost 25 years now he has been working on an oeuvre that is both fascinating and personal. The development and depth of both his personality and his work—they are practically inseparable—are gradual but unmistakable. Under the boyish surface of humour and surprise, the classic multi-layered and obsessed craftsman is more discernible all the time.
Wouter Berns was born in 1970 in Zevenaar. In his youth he cherished an ambition to become a professional football player, but a serious knee injury put paid to that prospect. He shifted his ambitions to his other passion: art. He explored the subject beginning with the bookshelves at home followed by trips to the bookshop in Arnhem, where he bought books about the French artist Maurice Utrillo (1883-1955), the American realist Edward Hopper (1882-1967), and the Dutch magic realist Pyke Koch (1901-91), who all inspired him. He learned from Hieronymus Bosch (1450-1516) and marvelled at the surrealists Salvador Dalí (1904-89) and René Magritte (1898-1967). When he was 17 Berns painted in oils on the hardboard bottoms of fruit crates. He just put a primer coat on them and he was off. As he said at the time: “I want to paint things that can’t be, but in a way that makes it looks as though they could be.”
This was to be the philosophy behind almost all of his later work.
In 1988 he went to the art academy in Kampen, where he studied fine art. In 1991, while still at the school, Berns was given an exceptional commission for any young artist who has a high regard for the classics: an altarpiece for the high altar of the St. Martinus Church in Oud-Zevenaar representing St. Martin, who cut his cloak in two and gave half to a beggar.
In 1995 he provided a remarkable taste of his technical skill and sense of humour in an art project on the historic Suikerberg bastion in Zwolle. Berns painted “De Sukerbulte”, a faked 16th century picture complete with a crazed surface and deep cracks. The work was hung in the Provincial Overijssel Museum in Zwolle, with a label giving a “probable dating” of 1544-70 to this picture “by an unknown artist”. After a few weeks the newspaper revealed that a certain Wouter Berns was the artist, and it now became clear that the painting was not a 16th century masterpiece after all. The immersion in technique that “De Sukerbulte” required was of great importance for Berns’s style, which since then has become more refined and more detailed in every respect. The Kampen Stedelijk Museum organised the first big one-man museum exhibition of Berns in 2004, and the conservator René van Mierlo wrote:
“Berns is a contemporary artist with the technical method of the Old Masters.”
Berns finds the material for his work in his own life experiences. To broaden his vision he travels to, for example, New Zealand, Hungary, Canada, Cuba or Mexico. To provide relaxation and balance in his life, in 2008 he moved into a second studio retreat in Puilly, a village in the French Ardennes. Like every succeeding step in his life, this gradual international influence appeared in the subject matter of his paintings. Thanks to his classic technique, which not everyone can execute but the result of which everyone can understand, the viewer can appreciate the content of a picture with little difficulty.
Berns gets stories from everywhere—ranging from chance meetings, the religions of the world, literature, Greek mythology, music and film to everyday reality and the world around him. His curiosity about people, what motivates them, and how they relate to the world and each other—it all turns up in his work whether it is a work of his own or a commissioned painting.
Applying humour and irony to a painting, however, can be highly dangerous, and in no time it can become coarse. Introducing a witticism to momentarily disconcert your public is more than playing a trick. It is the art of communication. Painting is Berns’s medium for it, and he controls it perfectly.
If you look closely, you will see that the jokes are not just there for their own sake. Berns’s artistic development has meant that by using less and less he manages to say more and more. Perhaps it’s because he literally and figuratively travels ever farther, perhaps it’s the effect of growing older, or of recently overcome setbacks in his life and in that of his wife and muse Marieken Westerink. Her presence in Wouter’s life is a constant inspiration; she figures in many of his works. It is particularly here that in the last few years Berns’s work has turned a corner. He increasingly deals with his own emotions, for life has touched him.
Now is your chance to have a look. A word of advice: take longer to look at the pictures.
See more than the title, theme, message, and skill. And then look again.
Make that effort and you will get acquainted with the artist through the artistry.
The point at which you realize what a real Berns involves will be the moment that you meet Wouter.
Text: Herman Broers
English translation: Sarah Lawson
Kunstschilder Wouter Berns (1970) kijkt net even anders naar de dingen dan anderen. Zijn scherpe opmerkingsvermogen vertaalt hij naar zijn schilderijen. Scheppingsdrang, perfectionisme en een warme neiging tot relativeren sturen zijn penseel tot werk dat mensen in toenemende mate aan het denken mag zetten. Al zo’n 30 jaar bouwt hij aan een even boeiend als persoonlijk oeuvre. De ontwikkeling en verdieping in zowel Berns’ persoonlijkheid als zijn werk – ze zijn nauwelijks te scheiden – is even geleidelijk als onmiskenbaar. Onder de jeugdige oppervlakte van humor en verwondering die zijn werk lang heeft gekenmerkt, wordt steeds beter de klassieke, gelaagde en bezeten vakman zichtbaar.
De schilderijen van story painter Wouter Berns nemen de kijker op subtiele wijze mee naar een soms onvoorstelbare, maar meestal niet onmogelijke wereld. De geschilderde waarheid ligt ergens in het midden. Zijn onderwerpen haalt hij overal vandaan: uit literatuur, mythologie, wereldreligies, muziek en film. Zijn nieuwsgierigheid naar mensen, hoe ze zich verhouden tot de wereld en tot elkaar, klinkt overal in zijn werk door.
Door de manier waarop Berns zijn verhalen schildert en er over kan vertellen, wordt hij regelmatig gevraagd voor lezingen en masterclasses. Hij exposeert sinds 1991 in galeries en musea door heel Nederland en ook in het buitenland. Ook ontvangt hij veel opdrachten; een bedrijfsmissie, een portret of een herinnering verwerkt hij tot een karakteristiek, eigentijds schilderij. Hij wisselt wonen en werken in Kampen af met werken en wonen in de Franse Ardennen.
Steeds vaker kruipt Wouter Berns tussen het schilderen door achter zijn laptop en schrijft verder waar zijn schilderijen ophouden. Net als in zijn schilderijen creëert hij in zijn verhalen een eigen wereld. Zijn fantasie, gedachten en onderzoek worden echter nu eens niet in verf gevangen, maar in woorden gegoten. Als een beschouwer, vrij associërend en met een sterke verbeeldingskracht. In 2020 verscheen zijn debuutroman ‘Een hemel voor Theo’.
Berns is gevestigd in Kampen, de stad waar hij in 1992 afstudeerde aan de kunstacademie. Sinds 2020 beheert hij samen met zijn partner Marieken Westerink Galerie Tripmaker, een kunstgalerie voor verhalende figuratieve kunst in de winkelstraat van Kampen. De kerncollectie bestaat uit werken van zijn hand.
Wouter Berns has a compulsion to be constantly creative. A creative urge, perfectionism, and an inclination to make arresting comparisons guide Berns’s brush to create pictures that increasingly make people stop and think. For almost 25 years now he has been working on an oeuvre that is both fascinating and personal. The development and depth of both his personality and his work—they are practically inseparable—are gradual but unmistakable. Under the boyish surface of humour and surprise, the classic multi-layered and obsessed craftsman is more discernible all the time.
Wouter Berns was born in 1970 in Zevenaar. In his youth he cherished an ambition to become a professional football player, but a serious knee injury put paid to that prospect. He shifted his ambitions to his other passion: art. He explored the subject beginning with the bookshelves at home followed by trips to the bookshop in Arnhem, where he bought books about the French artist Maurice Utrillo (1883-1955), the American realist Edward Hopper (1882-1967), and the Dutch magic realist Pyke Koch (1901-91), who all inspired him. He learned from Hieronymus Bosch (1450-1516) and marvelled at the surrealists Salvador Dalí (1904-89) and René Magritte (1898-1967). When he was 17 Berns painted in oils on the hardboard bottoms of fruit crates. He just put a primer coat on them and he was off. As he said at the time: “I want to paint things that can’t be, but in a way that makes it looks as though they could be.”
This was to be the philosophy behind almost all of his later work.
In 1988 he went to the art academy in Kampen, where he studied fine art. In 1991, while still at the school, Berns was given an exceptional commission for any young artist who has a high regard for the classics: an altarpiece for the high altar of the St. Martinus Church in Oud-Zevenaar representing St. Martin, who cut his cloak in two and gave half to a beggar.
In 1995 he provided a remarkable taste of his technical skill and sense of humour in an art project on the historic Suikerberg bastion in Zwolle. Berns painted “De Sukerbulte”, a faked 16th century picture complete with a crazed surface and deep cracks. The work was hung in the Provincial Overijssel Museum in Zwolle, with a label giving a “probable dating” of 1544-70 to this picture “by an unknown artist”. After a few weeks the newspaper revealed that a certain Wouter Berns was the artist, and it now became clear that the painting was not a 16th century masterpiece after all. The immersion in technique that “De Sukerbulte” required was of great importance for Berns’s style, which since then has become more refined and more detailed in every respect. The Kampen Stedelijk Museum organised the first big one-man museum exhibition of Berns in 2004, and the conservator René van Mierlo wrote:
“Berns is a contemporary artist with the technical method of the Old Masters.”
Berns finds the material for his work in his own life experiences. To broaden his vision he travels to, for example, New Zealand, Hungary, Canada, Cuba or Mexico. To provide relaxation and balance in his life, in 2008 he moved into a second studio retreat in Puilly, a village in the French Ardennes. Like every succeeding step in his life, this gradual international influence appeared in the subject matter of his paintings. Thanks to his classic technique, which not everyone can execute but the result of which everyone can understand, the viewer can appreciate the content of a picture with little difficulty.
Berns gets stories from everywhere—ranging from chance meetings, the religions of the world, literature, Greek mythology, music and film to everyday reality and the world around him. His curiosity about people, what motivates them, and how they relate to the world and each other—it all turns up in his work whether it is a work of his own or a commissioned painting.
Applying humour and irony to a painting, however, can be highly dangerous, and in no time it can become coarse. Introducing a witticism to momentarily disconcert your public is more than playing a trick. It is the art of communication. Painting is Berns’s medium for it, and he controls it perfectly.
If you look closely, you will see that the jokes are not just there for their own sake. Berns’s artistic development has meant that by using less and less he manages to say more and more. Perhaps it’s because he literally and figuratively travels ever farther, perhaps it’s the effect of growing older, or of recently overcome setbacks in his life and in that of his wife and muse Marieken Westerink. Her presence in Wouter’s life is a constant inspiration; she figures in many of his works. It is particularly here that in the last few years Berns’s work has turned a corner. He increasingly deals with his own emotions, for life has touched him.
Now is your chance to have a look. A word of advice: take longer to look at the pictures.
See more than the title, theme, message, and skill. And then look again.
Make that effort and you will get acquainted with the artist through the artistry.
The point at which you realize what a real Berns involves will be the moment that you meet Wouter.
Text: Herman Broers
English translation: Sarah Lawson
Kunstschilder Wouter Berns (1970) kijkt net even anders naar de dingen dan anderen. Zijn scherpe opmerkingsvermogen vertaalt hij naar zijn schilderijen. Scheppingsdrang, perfectionisme en een warme neiging tot relativeren sturen zijn penseel tot werk dat mensen in toenemende mate aan het denken mag zetten. Al zo’n 30 jaar bouwt hij aan een even boeiend als persoonlijk oeuvre. De ontwikkeling en verdieping in zowel Berns’ persoonlijkheid als zijn werk – ze zijn nauwelijks te scheiden – is even geleidelijk als onmiskenbaar. Onder de jeugdige oppervlakte van humor en verwondering die zijn werk lang heeft gekenmerkt, wordt steeds beter de klassieke, gelaagde en bezeten vakman zichtbaar.
De schilderijen van story painter Wouter Berns nemen de kijker op subtiele wijze mee naar een soms onvoorstelbare, maar meestal niet onmogelijke wereld. De geschilderde waarheid ligt ergens in het midden. Zijn onderwerpen haalt hij overal vandaan: uit literatuur, mythologie, wereldreligies, muziek en film. Zijn nieuwsgierigheid naar mensen, hoe ze zich verhouden tot de wereld en tot elkaar, klinkt overal in zijn werk door.
Door de manier waarop Berns zijn verhalen schildert en er over kan vertellen, wordt hij regelmatig gevraagd voor lezingen en masterclasses. Hij exposeert sinds 1991 in galeries en musea door heel Nederland en ook in het buitenland. Ook ontvangt hij veel opdrachten; een bedrijfsmissie, een portret of een herinnering verwerkt hij tot een karakteristiek, eigentijds schilderij. Hij wisselt wonen en werken in Kampen af met werken en wonen in de Franse Ardennen.
Steeds vaker kruipt Wouter Berns tussen het schilderen door achter zijn laptop en schrijft verder waar zijn schilderijen ophouden. Net als in zijn schilderijen creëert hij in zijn verhalen een eigen wereld. Zijn fantasie, gedachten en onderzoek worden echter nu eens niet in verf gevangen, maar in woorden gegoten. Als een beschouwer, vrij associërend en met een sterke verbeeldingskracht. In 2020 verscheen zijn debuutroman ‘Een hemel voor Theo’.
Berns is gevestigd in Kampen, de stad waar hij in 1992 afstudeerde aan de kunstacademie. Sinds 2020 beheert hij samen met zijn partner Marieken Westerink Galerie Tripmaker, een kunstgalerie voor verhalende figuratieve kunst in de winkelstraat van Kampen. De kerncollectie bestaat uit werken van zijn hand.
Wouter Berns has a compulsion to be constantly creative. A creative urge, perfectionism, and an inclination to make arresting comparisons guide Berns’s brush to create pictures that increasingly make people stop and think. For almost 25 years now he has been working on an oeuvre that is both fascinating and personal. The development and depth of both his personality and his work—they are practically inseparable—are gradual but unmistakable. Under the boyish surface of humour and surprise, the classic multi-layered and obsessed craftsman is more discernible all the time.
Wouter Berns was born in 1970 in Zevenaar. In his youth he cherished an ambition to become a professional football player, but a serious knee injury put paid to that prospect. He shifted his ambitions to his other passion: art. He explored the subject beginning with the bookshelves at home followed by trips to the bookshop in Arnhem, where he bought books about the French artist Maurice Utrillo (1883-1955), the American realist Edward Hopper (1882-1967), and the Dutch magic realist Pyke Koch (1901-91), who all inspired him. He learned from Hieronymus Bosch (1450-1516) and marvelled at the surrealists Salvador Dalí (1904-89) and René Magritte (1898-1967). When he was 17 Berns painted in oils on the hardboard bottoms of fruit crates. He just put a primer coat on them and he was off. As he said at the time: “I want to paint things that can’t be, but in a way that makes it looks as though they could be.”
This was to be the philosophy behind almost all of his later work.
In 1988 he went to the art academy in Kampen, where he studied fine art. In 1991, while still at the school, Berns was given an exceptional commission for any young artist who has a high regard for the classics: an altarpiece for the high altar of the St. Martinus Church in Oud-Zevenaar representing St. Martin, who cut his cloak in two and gave half to a beggar.
In 1995 he provided a remarkable taste of his technical skill and sense of humour in an art project on the historic Suikerberg bastion in Zwolle. Berns painted “De Sukerbulte”, a faked 16th century picture complete with a crazed surface and deep cracks. The work was hung in the Provincial Overijssel Museum in Zwolle, with a label giving a “probable dating” of 1544-70 to this picture “by an unknown artist”. After a few weeks the newspaper revealed that a certain Wouter Berns was the artist, and it now became clear that the painting was not a 16th century masterpiece after all. The immersion in technique that “De Sukerbulte” required was of great importance for Berns’s style, which since then has become more refined and more detailed in every respect. The Kampen Stedelijk Museum organised the first big one-man museum exhibition of Berns in 2004, and the conservator René van Mierlo wrote:
“Berns is a contemporary artist with the technical method of the Old Masters.”
Berns finds the material for his work in his own life experiences. To broaden his vision he travels to, for example, New Zealand, Hungary, Canada, Cuba or Mexico. To provide relaxation and balance in his life, in 2008 he moved into a second studio retreat in Puilly, a village in the French Ardennes. Like every succeeding step in his life, this gradual international influence appeared in the subject matter of his paintings. Thanks to his classic technique, which not everyone can execute but the result of which everyone can understand, the viewer can appreciate the content of a picture with little difficulty.
Berns gets stories from everywhere—ranging from chance meetings, the religions of the world, literature, Greek mythology, music and film to everyday reality and the world around him. His curiosity about people, what motivates them, and how they relate to the world and each other—it all turns up in his work whether it is a work of his own or a commissioned painting.
Applying humour and irony to a painting, however, can be highly dangerous, and in no time it can become coarse. Introducing a witticism to momentarily disconcert your public is more than playing a trick. It is the art of communication. Painting is Berns’s medium for it, and he controls it perfectly.
If you look closely, you will see that the jokes are not just there for their own sake. Berns’s artistic development has meant that by using less and less he manages to say more and more. Perhaps it’s because he literally and figuratively travels ever farther, perhaps it’s the effect of growing older, or of recently overcome setbacks in his life and in that of his wife and muse Marieken Westerink. Her presence in Wouter’s life is a constant inspiration; she figures in many of his works. It is particularly here that in the last few years Berns’s work has turned a corner. He increasingly deals with his own emotions, for life has touched him.
Now is your chance to have a look. A word of advice: take longer to look at the pictures.
See more than the title, theme, message, and skill. And then look again.
Make that effort and you will get acquainted with the artist through the artistry.
The point at which you realize what a real Berns involves will be the moment that you meet Wouter.
Text: Herman Broers
English translation: Sarah Lawson
BOOKS
– about
– written
Vervaagde streken
Als de jonge journalist Jochem Kuipers een boek over het werk van de kunstschilder Ruben Towers vindt, raakt hij in de ban van Towers verbeeldingskracht. Jochem wil alles over hem weten. Een schilderij van Towers blijkt al vijfentwintig jaar het beeldmerk van een repressief regime dat de touwtjes nog steeds stevig in handen heeft. Maar van de schilder ontbreekt ieder spoor.
Tegen het decor van een huiveringwekkende toekomst neemt Vervaagde streken je mee op de zoektocht naar de verdwenen kunstschilder. In een plot, dat even gelaagd en onvoorspelbaar is als het leven zelf, ontsluiert Jochem Kuipers de toedracht van wat er vijfentwintig jaar daarvoor is gebeurd.
Een hemel voor Theo
Als Theo het aardse leven heeft verruild voor het eeuwige, weet hij op onvoorstelbare wijze vanuit de hemel toch nog iets te regelen voor hen die hij achter moest laten. Een handeling die bijzondere consequenties heeft.
Een hemel voor Theo neemt je mee op een surrealistische wandeling door het hemelrijk. Het is een speels filosofische vertelling over hoop en verbondenheid, over hele en halve zolen, en dat iedereen het wel eens bij het verkeerde eind heeft.
CV
Wouter Berns (1970) groeit op in het Gelderse Oud-Zevenaar. Hij doorloopt de Havo van het Liemers College in Zevenaar waarna hij in de zomer van 1988 naar Kampen vertrekt om daar aan de kunstacademie te gaan studeren.
Van 1988 tot 1992 studeert hij vrije schilderkunst aan de Hogeschool voor de Kunsten Constantijn Huygens in Kampen (nu ArtEZ). Al tijdens zijn studie ontvangt hij de eerste opdrachten van particulieren en bedrijven en neemt hij deel aan diverse tentoonstellingen.
In 1991 heeft hij zijn eerste solo-expositie. Sindsdien exposeert hij in galeries en musea in binnen- en buitenland. Een compleet overzicht van tentoonstellingen en evenementen is hier te vinden.
Hij werkt dagelijks in zijn ruime lichte atelier op het industrieterrein in Kampen en delen van het jaar in zijn atelier in de Franse Ardennen. Op vrijdag, zaterdag en zondag is hij vaak aan het werk in Galerie Tripmaker, sinds 2020 de thuisgalerij voor zijn schilderijen.
Hij geeft schildermasterclasses, creativiteitstrainingen, gastcolleges en webinars. Daarin neemt hij de deelnemers mee door de grenzeloze wereld van verbeelding. Aan de hand van zijn schilderijen zet hij zijn groeiende kennis in over creatieve werkprocessen en de weg naar een beoogd artistiek eindresultaat. Dit deed hij de afgelopen jaren voor onder meer: Hogeschool Windesheim, Klassieke Academie Groningen, politie, politieacademie, SEIN, Penitentiaire Inrichting Almere, serviceclubs (zoals Rotary, Lions), diverse bedrijven in het MKB, verenigingen, en stichtingen.
In 202o verscheen zijn debuutroman Een hemel voor Theo. In juni 2023 verscheen zijn tweede roman Vervaagde streken. (zie hierboven)